sensor TESLA MODEL X 2020 Handleiding (in Dutch)
Page 4 of 277
Exterieur
1.
Buitenverlichting (Verlichting op pagina 77)
2. Voorportieren (De voorportieren van de Model X van buitenaf openen en sluiten op pagina
14)
3. Vleugeldeuren (Sleutels en portieren op pagina 10)
4. Laadcontact (Instructies voor het laden op pagina 210)
5. Actieve spoiler (optioneel) (Actieve spoiler op pagina 107)
6. Autopilot-camera's (Over Autopilot op pagina 121)
7. Buitenspiegels (Spiegels op pagina 71)
8. Radarsensor (niet zichtbaar in bovenstaande afbeelding) (Over Autopilot op pagina 121)
9. Voorklep/bagageruimte voor (Voorbak op pagina 26)
10. Wielen en banden (Velgen en banden op pagina 247)
11. Achteruitrijcamera (Achteruitrijcamera op pagina 103 en Over Autopilot op pagina 121)
12. Achterbak/achterklep (Achterbak op pagina 23)
13. Ultrasone sensoren (Parkeerhulp op pagina 94 en Over Autopilot op pagina 121) Exterieur
Overzicht
3
Page 11 of 277
Openen en sluiten
Sleutels en portieren
V
ergrendelen en ontgrendelen
zonder sleutel
De Model X kan heel gemakkelijk worden
vergrendeld en ontgrendeld. Ondanks het feit
dat u een geldige sleutel bij u moet dragen,
hoeft u deze niet te gebruiken. Model X heeft
sensoren rond het portier van de bestuurder
die de aanwezigheid van de sleutel detecteren
binnen een afstand van ongeveer één meter. U
kunt dus uw sleutel in uw zak of tas houden en
de Model X detecteert hem wanneer u
dichterbij komt.
Wanneer u naar de Model X loopt terwijl u de
sleutel bij u draagt, worden de portieren
automatisch ontgrendeld als Automatisch
ontgrendelen is ingeschakeld (Bediening >
Veiligheid en beveiliging > Automatisch
ontgrendelen). Druk op de schakelaar onder
de handgreep van de achterbak om de
achterbak te openen.
Opmerking: Model X moet uw sleutel in de
buurt van het bestuurdersportier detecteren
voordat de portieren of achterbak worden
ontgrendeld.
Opmerking: Als Automatisch ontgrendelen is
uitgeschakeld, dient u de Model X te
ontgrendelen met de sleutel. Zie De sleutel
gebruiken op pagina 10.
Als de auto is uitgerust met het premium
upgradepakket en de instelling Automatische
portieren is ingeschakeld, worden de portieren
automatisch ontgrendeld en wordt het
bestuurdersportier gedeeltelijk geopend
wanneer u naar de Model X loopt terwijl u de
sleutel bij u draagt. Als deze functie niet
aanwezig is of als deze instelling is
uitgeschakeld, worden de portieren
automatisch ontgrendeld en gaat er een
portier open wanneer u op de portiergreep
drukt.
Opmerking: U kunt bepalen of alle portieren
worden ontgrendeld of alleen het
bestuurdersportier wanneer u de Model X
nadert terwijl u de sleutel bij u draagt (zie
Deurontgrendelingsmodus op pagina 18).
Wanneer u de sleutel bij u draagt, kunt u ook
de achterbak openen zonder de sleutel te
gebruiken. Druk gewoon op de schakelaar
onder de handgreep van de achterbak.
Bestuurdersportier Ontgrendelen (zie
Deurontgrendelingsmodus op pagina 18)
moet uit staan en de auto moet de sleutel in
de nabijheid van de bestuurdersportier
detecteren voordat de achterbak wordt
geopend. Model X wordt ook automatisch vergrendeld.
Als u W
egloopvergrendeling inschakelt, wordt
de Model X vergrendeld wanneer u wegloopt
terwijl u de sleutel bij u draagt (zie
Wegloopvergrendeling op pagina 18).
U kunt ook instellen dat de Model X kort de
claxon laat horen wanneer uw auto wordt
vergrendeld of ontgrendeld. Tik op
Bediening > Voertuig > Geluid
vergrendelbevestiging om dit in te stellen.
Als u in de Model X zit, kunt u de auto ook
vergrendelen en ontgrendelen door het
pictogram in de statusbalk van het
touchscreen aan te tikken of te tikken op
Bediening > Snelbediening.
De sleutel gebruiken
Om snel vertrouwd te worden met de sleutel,
kunt u deze het beste zien als een
miniatuurversie van de Model X met het Tesla-
logo op de motorkap. De sleutel heeft drie
knoppen op de bovenkant, die aanvoelen als
zachtere delen in het oppervlak, en een
metalen knop aan elke zijkant die de
vleugeldeuren voorstellen. 1.
A
chterbak
• Twee keer indrukken om de achterbakte openen.
• Indien een elektrisch bediende achterklep aanwezig is: twee keer
indrukken om de achterbak te sluiten.
Een keer indrukken om de beweging
van de klep te stoppen.
• Houd de knop een of twee seconden ingedrukt om het klepje van het
laadcontact te openen.
2. Alles vergrendelen/ontgrendelen Sleutels en portieren
10 Handleiding Model X
Page 15 of 277
schakelt u de kindersloten in op het
t
ouchscreen (Bediening > Voertuig >
Kindersloten) (zie Kindersloten op pagina
18).
De voorportieren van de Model X
van buitenaf openen en sluiten
De portieren van de Model X worden
elektrisch bediend. U kunt bepalen of u alleen
het bestuurdersportier wilt ontgrendelen
wanneer u naar de Model X loopt terwijl u de
sleutel bij u draagt, door te tikken op
Bediening > Voertuig > Bestuurdersportier
Ontgrendelen.
Indien deze functie aanwezig is, kunt u ook
instellen dat het bestuurdersportier
automatisch wordt geopend wanneer u de
auto nadert. Het portier gaat gedeeltelijk open
(tussen 20° en 45° afhankelijk van de
obstakels die worden gedetecteerd door de
sensoren). Tik op Bediening > Voertuig >
Automatische portieren. Als deze instelling is
ingeschakeld, kunt u het bestuurdersportier
ook openen door twee keer op de knop
vergrendelen/ontgrendelen van de sleutel te
drukken. Als u daarna nog twee keer drukt,
wordt het portier van de voorpassagier
geopend.
Opmerking: Zie 'Best practices' bij koude
weersomstandigheden op pagina 118 voor
informatie over het openen van de portieren
bij lage temperaturen. Let op!: Als de aut
o op een zeer steile
helling is geparkeerd, worden de
voorportieren mogelijk niet automatisch
helemaal geopend of gesloten. Als u de
auto op een steile helling hebt
geparkeerd, mag u er nooit van uitgaan
dat de Model X de portieren volledig voor
u opent of sluit.
Opmerking: A
fhankelijk van de bouwdatum en
de gekozen opties bij de aankoop van de
Model X, is de auto mogelijk niet uitgerust met
automatische portieren. Als een portier open is, gaat het
c
ontrolelampje op het
instrumentenpaneel branden. Op de
afbeelding van de Model X op het
venster Bediening > Snelbediening
van het touchscreen wordt ook
aangegeven dat een portier of de
achterbak is geopend.
U kunt de portieren als volgt sluiten: • Druk ze met de hand dicht.
•
Gebruik het touchscreen (Bediening >
Snelbediening) om elk portier (of de
achterbak) afzonderlijk te sluiten.
• Druk één of drie keer op de knop vergrendelen/ontgrendelen van de sleutel
(als de instelling Alles sluiten met sleutel
aan staat, met slechts één keer drukken
worden alle portieren en bagageruimtes
gesloten; drie keer drukken is nodig als de
instelling uit staat).
Opmerking: Elektrische portieren stoppen hun
beweging zodra een obstakel wordt
gedetecteerd. Attentie: Alv
orens een automatische
functie te gebruiken voor het openen of
sluiten van een voorportier (in plaats van
dit handmatig te doen) is het belangrijk
om te controleren of de ruimte rondom
het portier vrij is van obstakels (mensen
en objecten). Blijf erop letten dat het
portier tijdens het bewegen niet tegen
een persoon of object aankomt. Als u dit
niet doet, kan dit tot schade of ernstig
letsel leiden.
Pop-actuator voorportier
Aanzien uw Model X niet is v
oorzien van
conventionele portiergrepen waaraan u buiten
de auto aan kunt trekken, is deze voorzien van
pop-actuators (ook wel "ijsbrekers"
genoemd). Deze helpen bij het openen van de
voorportieren wanneer weerstand is
gedetecteerd, zoals ijsvorming bij lage
temperaturen. De pop-actuator bevindt zich
direct boven de vergrendeling van het
voorportier en wordt uitgeschoven als dit
noodzakelijk is om het voorportier te openen.
Zodra het voorportier iets is geopend, wordt
de pop-actuator geleidelijk teruggetrokken in
het portier. Sleutels en portieren
14 Handleiding Model X
Page 16 of 277
Als de pop-actuator niet kan worden
t
eruggetrokken omdat deze vastzit of op een
object is gestuit, kan de pop-actuator op de
volgende manier handmatig worden
uitgeschoven om het object te verwijderen:
1. Sluit voorzichtig de vergrendeling met
behulp van een pen, schroevendraaier of
vergelijkbaar gereedschap (gebruik nooit
een vinger of ander lichaamsdeel en
voorkom dat u de lak beschadigt); de
Model X zal dit detecteren alsof het
portier wordt gesloten. 2.
Z
org ervoor dat de Model X is
ontgrendeld en druk vervolgens op de
portiergreep aan de buitenzijde of trek
aan de portiergreep aan de binnenzijde
om de vergrendeling te resetten en de
pop-actuator uit te schuiven.
3. Zodra de pop-actuator uit het portier naar
buiten komt, verwijdert u snel het object. Attentie: De pop-actua
tor zal vrijwel
onmiddellijk nadat op de portiergreep
is gedrukt of aan de portiergreep is
getrokken proberen om zich terug te
trekken in het portier. De pop-
actuator wordt geleidelijk
ingetrokken, maar wordt niet
automatisch vrijgezet wanneer iets
wordt geraakt. Attentie: Z
oals voor alle mechanische en
bewegende delen van de auto geldt, mag
u nooit vingers of andere lichaamsdelen
in of bij bewegende componenten
houden. Let op kinderen wanneer
portieren worden geopend en gesloten.
Interactie met bewegende componenten,
waaronder de pop-actuator, kan ernstige
schade of letsel veroorzaken. Vleugeldeuren openen en sluiten
De Model X heeft elek
trisch bediende
vleugeldeuren die met een druk op de knop,
met de sleutel of door op het bijbehorende
pictogram op het touchscreen te tikken
(Bediening > Snelbediening) gemakkelijk
open- en dichtgaan. De vleugeldeuren zijn
uitgerust met verschillende sensoren die de
aanwezigheid van mensen en objecten
detecteren. Als er een object wordt
gedetecteerd, komt de deur tot stilstand. Op
basis van gedetecteerde objecten kunnen de
vleugeldeuren hun beweging naar buiten en
naar boven aanpassen om te voorkomen dat
het object wordt geraakt. Als er bijvoorbeeld
boven de Model X een object wordt
gedetecteerd, beweegt de deur mogelijk meer
naar buiten en minder ver omhoog, terwijl als
er een object naast de deur wordt
gedetecteerd, beweegt de deur mogelijk
minder naar buiten. Attentie: Het is belangrijk uw handen
altijd uit de buurt t
e houden van de
frames van de vleugeldeuren. Let op de
omgeving van het deurframe voordat u
de deur sluit en houd in de gaten of de
deur tijdens het sluiten niet in contact
komt met een persoon of voorwerp. Als u
dit niet doet, kan dit tot schade of ernstig
letsel leiden. Attentie: Alv
orens een vleugeldeur te
openen of te sluiten, is het belangrijk te
controleren of de ruimte rondom de deur
vrij is van obstakels (mensen en
objecten). Ofschoon de vleugeldeuren
zijn uitgerust met een groot aantal
sensoren, zullen niet alle objecten altijd
kunnen worden gedetecteerd, vooral
wanneer die objecten in beweging zijn.
Op een bepaald moment kunnen er in de
buurt van de deur gebieden zijn die
buiten de detectiezone vallen. Daarom
moeten u en uw passagiers tijdens het
openen en sluiten van een vleugeldeur uit
de buurt van de deur gaan staan wanneer
deze in beweging is. U dient hierbij altijd
goed op te letten en klaar te staan om op
elk moment de benodigde actie te
ondernemen. Om de beweging van een
deur te stoppen, drukt u één keer op de
vleugeldeurknop op de sleutel, drukt u op
de schakelaar op de deur of de deurstijl,
of tikt u op de schermtoets. Sleutels en portieren
Openen en sluiten
15
Page 18 of 277
letten op de beweging van de deur om er
z
eker van te zijn dat de deur niet in
contact komt met een persoon of object.
Het negeren van deze aanwijzing
vergroot de kans op schade of letsel. Let op!: V
erwijder eventueel aanwezige
sneeuw of ijs alvorens een vleugeldeur te
openen. Sneeuw kan in het interieur van
de Model X binnendringen en ijs kan
verhinderen dat de deur kan worden
geopend. Let op!: Als u bij r
egenachtig weer een
vleugeldeur open laat staan terwijl u de
achterklep opent, kan regenwater dat van
de achterklep afdruipt op de achterste
zitrij terechtkomen.
Opmerking: V
leugeldeuren kunnen alleen
worden geopend wanneer de Model X
stilstaat.
Obstakeldetectie
Een vleugeldeur komt tot stilstand wanneer
een van de vele sensoren van de deur een
obstakel detecteert of wanneer de deur een
object raakt en dus weerstand voelt. Op het
touchscreen wordt een waarschuwing
weergegeven. In deze gevallen kunt u de
detectie van obstakels uitschakelen, mits het
geen kwaad kan de vleugeldeur verder te
openen of te sluiten, door de schakelaar op de
deurstijl ingedrukt te houden of het
bijbehorende deurpictogram op het
touchscreen aan te raken en vast te houden.
Als de Model X een laag plafond detecteert
(bijvoorbeeld in een garage), opent de auto de
vleugeldeuren (en de achterbak) tot een
lagere hoogte, zelfs als geen obstakel wordt
gedetecteerd. U kunt deze hoogte
overschrijden en de deuren verder openen
door op het betr e
Page 62 of 277
Werking van airbags
Airbags w orden opgeblazen wanneer
sensoren een botsing detecteren die de
drempels voor activering overschrijdt. Deze
drempels bestaan om de ernst van een
botsing op tijd te voorspellen zodat de
airbags de inzittenden van de auto kunnen
beschermen. Een airbag wordt met een luide
knal in een fractie van een seconde
opgeblazen. De airbag zorgt er samen met de
veiligheidsgordel voor dat de inzittenden niet
naar voren schieten en beperken zo de kans
op ernstig letsel.
Frontairbags zijn zodanig ontworpen dat ze
gewoonlijk niet afgaan bij aanrijdingen van
achteren, bij het over de kop slaan van de
auto, aanrijdingen van opzij en bij een
noodstop, noch bij het rijden over drempels of
gaten. Op dezelfde wijze worden frontairbags
mogelijk niet altijd geactiveerd bij alle
botsingen aan de voorzijde, aan de onderzijde,
of lichte botsingen met smalle objecten (zoals
palen). Het kan voorkomen dat de auto ernstig
beschadigd raakt terwijl de airbags niet
afgaan en omgekeerd, dat de schade relatief
beperkt blijft maar de airbags wel geactiveerd
worden. Daarom kan niet aan het uiterlijk van
de auto aan de buitenkant worden vastgesteld
of de frontairbags geactiveerd hadden
moeten worden. Attentie: Neem c
ontact op met Tesla als u
de auto zodanig wilt aanpassen voor een
persoon met een handicap dat dit van
invloed zou kunnen zijn op de werking
van het airbagssysteem. Soorten airbags
Model X heeft de v
olgende typen airbags:
• Frontairbags: De frontairbags zijn ontworpen om verwondingen bij grotere
kinderen en volwassenen op de
voorstoelen te beperken. Volg alle
waarschuwingen en instructies op met
betrekking tot het laten zitten van een
kind op de voorste passagiersstoel (indien
toegestaan in uw land).
• Zijairbags in de stoelen: Zijairbags in de bestuurdersstoel, passagiersstoel vóór en
buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij
dragen bij aan de bescherming van borst
en bekken. De zijairbags in de stoelen aan
zowel de kant van de botsing als de
andere kant van de auto worden
opgeblazen in het geval van een zware
botsing van opzij en een frontale botsing
uit het midden.
• Gordijnairbags: Gordijnairbags aan beide zijden van de Model X in de voorste
dakrail dragen bij aan de bescherming van
het hoofd. De gordijnairbags aan zowel de
kant van de botsing als de andere kant
van de auto worden alleen opgeblazen bij
zware aanrijdingen van opzij, een zware
frontale botsing uit het midden en als de
auto over de kop slaat.
• Airbags in de portieren: Er is een airbag aan elke zijkant van de Model X
aangebracht in de bekleding van de
vleugeldeuren. Net als de gordijnairbags
beschermen ook deze de hoofden en
worden ook deze doorgaans opgeblazen
in geval van een zware botsing van opzij,
een zware frontale botsing uit het midden
en als de auto over de kop slaat. De
airbags in de portieren aan zowel de kant
van de botsing als de andere kant worden
opgeblazen. Airbags
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen
61
Page 80 of 277
Grootlicht
Duw de hendel aan de link erzijde van het stuur
van u af om het grootlicht continu aan te
zetten. Trek de hendel naar u toe om het
grootlicht weer uit te schakelen.
Om het grootlicht kort te laten knipperen,
trekt u de hendel naar u toe. Het grootlicht kan automatisch worden
gedimd w
anneer er licht vóór de Model X
wordt gedetecteerd (bijv. van een
tegenligger). Tik op Bediening > Verlichting >
Automatisch grootlicht om deze functie in of
uit te schakelen.
Opmerking: De gekozen instelling wordt
bewaard tot u deze handmatig wijzigt.
In situaties waarin grootlicht wordt
uitgeschakeld omdat Automatisch grootlicht
is ingeschakeld en er licht vóór de Model X
wordt gedetecteerd, kunt u het grootlicht
tijdelijk inschakelen door de hendel helemaal
naar u toe te trekken.
De volgende controlelampjes zijn zichtbaar op
het instrumentenpaneel om de status van de
koplampen aan te geven: Het dimlicht is ingeschakeld.
Het grootlicht is ingeschakeld. Gaat
br
anden wanneer het grootlicht is
ingeschakeld maar Automatisch
grootlicht is uitgeschakeld of
Automatisch grootlicht is
ingeschakeld maar tijdelijk niet
beschikbaar is. Grootlicht staat op dit moment aan
en A
utomatisch grootlicht is actief
om grootlicht uit te schakelen als er
licht vóór de Model X wordt
gedetecteerd. Grootlicht is tijdelijk uitgeschakeld
omda
t Automatisch grootlicht actief
is en licht vóór de Model X heeft
gedetecteerd. Wanneer er geen licht
meer wordt gedetecteerd, wordt
grootlicht automatisch weer
ingeschakeld. Attentie: A
utomatisch grootlicht is slechts
een hulpmiddel en heeft een aantal
beperkingen. Het is de
verantwoordelijkheid van de bestuurder
om ervoor te zorgen dat koplampen altijd
op de weers- en rijomstandigheden zijn
afgestemd.
Koplampen na uitstappen
Als de Model X bij w
einig daglicht wordt
geparkeerd, blijft de buitenverlichting aan.
Deze verlichting gaat na één minuut of
wanneer u de Model X vergrendelt
automatisch uit.
U kunt deze functie in- en uitschakelen door te
tikken op Bediening > Verlichting >
Koplampen na uitstappen. Als Koplampen na
uitstappen is uitgeschakeld, gaan de
koplampen uit zodra u de stand P (Parkeren)
kiest en een portier opent.
Adaptive Front Lighting System
(AFS)
Het Adaptive Front Lighting System (AFS)
past, indien aanwezig, automatisch de
lichtbundel van de koplampen aan om uw
zicht tijdens het rijden te verbeteren.
Elektrische sensoren meten de rijsnelheid,
stuurhoek en gierbeweging (de draaiing van
de auto om de verticale as) om de optimale
positie van de koplampen te bepalen aan de
hand van de huidige rijomstandigheden.
Bijvoorbeeld, om het zicht tijdens het rijden
op slingerende wegen in het donker te
verbeteren, werpt het AFS de lichtbundel in
de richting van de bocht. Wanneer het
dimlicht is ingeschakeld of wanneer langzamer
wordt gereden, verbetert AFS de verlichting in
de breedte om voetgangers en stoepranden
beter zichtbaar te maken en het zicht te
verbeteren bij het afslaan op een slecht
verlichte kruising, op een oprit, of bij het keren
op de weg. Verlichting
Rijden
79
Page 95 of 277
Parkeerhulp
W
erking van parkeerhulp
Model X is uitgerust met diverse sensoren die
objecten detecteren. Als u langzaam voor- of
achteruit rijdt (bijvoorbeeld tijdens parkeren),
waarschuwen deze sensoren u voor eventuele
objecten in de directe nabijheid van de
Model X. Er worden alleen objecten in de
gekozen rijrichting gedetecteerd: objecten
vóór de auto in de Drive (D), objecten achter
de auto in R (achteruit). Attentie: U w
ordt mogelijk niet
gewaarschuwd wanneer de Model X vrij in
de tegengestelde richting van de gekozen
versnelling rolt (bijvoorbeeld als de
Model X achteruit van een helling rolt
terwijl Drive (D) is gekozen). De sensoren worden ingeschakeld bij een
snelheid lager dan 8 km/h. Opmerking: De park
eersensoren achter
worden uitgeschakeld wanneer een
Page 96 of 277
Als het geluid is ingeschakeld (zie Hoorbar
e
feedback regelen op pagina 95), hoort u een
waarschuwingssignaal tijdens het
manoeuvreren. U kunt dit geluid tijdelijk
uitschakelen door op de scrolltoets links op
het stuur te drukken, of door op de dempknop
te tikken in de linkerbenedenhoek van het
parkeerhulpbeeld.
Opmerking: Als een sensor geen signaal
doorgeeft, verschijnt er een waarschuwing op
het instrumentenpaneel. Let op!: Z
org ervoor dat sensoren schoon
zijn en vrij van sneeuw, modder en vuil.
Richt een hogedrukspuit niet rechtstreeks
op de sensoren en reinig ze niet met een
scherp of schurend voorwerp, dat
veroorzaakt krassen en kan het oppervlak
beschadigen. Let op!: Plak geen s
tickers op de
parkeersensoren en monteer ook geen
accessoires voor de sensoren.
Hoorbare feedback regelen
U k
unt de parkeerhulp met en zonder
geluidssignaal gebruiken. Om het geluid in of
uit te schakelen, tikt u op Bediening >
Veiligheid en beveiliging > Parkeerhulp
Geluidsignalen.
U kunt het geluid tijdelijk uitschakelen door op
de scrolltoets links op het stuur te drukken, of
door op de dempknop te tikken in de hoek
van het parkeerhulpbeeld. Het geluid blijft
uitgeschakeld tot u de selectiehendel in een
andere stand zet of tot u harder rijdt dan
8 km/h.
Beperkingen en valse
waarschuwingenIn de volgende omstandigheden functioneert
de parkeerhulp mogelijk niet naar behoren:
• Een of meer parkeersensoren zijn beschadigd, vuil of bedekt (met sneeuw,
bladeren, ijs).
• Het object is te laag, ongeveer 20 cm (bijvoorbeeld een trottoirband of een lage
drempel). Let op!: K
ortere gedetecteerde
objecten (zoals stoepranden of lage
drempels) kunnen naar de dode hoek
van de sensoren bewegen. Model X
kan u niet waarschuwen voor een
object dat zich in de dode hoek van
de sensoren bevindt. • Weersomstandigheden (zware regen,
sneeuw
, mist) die de goede werking van
de sensoren belemmeren.
• Het object is te dun (bijvoorbeeld een dun paaltje).
• Het obstakel is buiten het bereik van de sensor.
• Het object absorbeert geluid of is zacht (bijvoorbeeld poedersneeuw).
• Het object is afgeschuind (bijvoorbeeld een oprit).
• Model X is geparkeerd of er is met de auto gereden bij extreem lage of hoge
temperaturen.
• De sensoren worden gestoord door andere elektrische apparaten die ultrasone
geluidsgolven produceren.
• U rijdt in een omgeving waar de ultrasone geluidsgolven van de sensor weg worden
gekaatst van de auto (bijvoorbeeld door
een muur of pilaar).
• Het object bevindt zich te dicht bij de bumper.
• De bumper is beschadigd of hangt scheef.
• Er iets op de bumper van de Model X is gemonteerd waardoor de sensor wordt
afgedekt (bijvoorbeeld een
Page 104 of 277
Achteruitrijcamera
Plaa
ts van camera
Model X is uitgerust met een
achteruitrijcamera die zich boven de
kentekenplaat achter bevindt. Zodra de selectiehendel in stand R (Achteruit)
w
ordt gezet, wordt het beeld van de camera
op het touchscreen weergegeven. Lijnen laten
uw traject zien op basis van de positie van het
stuur. Deze lijnen worden aangepast in
overeenstemming met uw stuurbewegingen.
Opmerking: Onder het camerabeeld wordt
visuele feedback van de parkeersensoren
weergegeven op het instrumentenpaneel (zie
Parkeerhulp op pagina 94).
Om op elk moment het beeld van de camera
weer te geven: Open het opstartprogramma van
de app en tik v
ervolgens op het
camerapictogram. Attentie: Bepaal nooit op basis v
an de
achteruitrijcamera of de zone achter u vrij
is van voorwerpen en/of mensen wanneer
u achteruitrijdt. Houd in gedachten dat
obstakels die letsel of schade zouden
kunnen veroorzaken, mogelijk buiten het
bereik van de camera vallen. Daarnaast
kunnen verschillende externe factoren de
prestaties van de camera beïnvloeden,
waaronder een verontreinigde of st o